Weblogopdracht
3 Nederlands
Devin van Olphen
V4B
De Verdronkene
Inhoudsopgave
- Inhoudsopgave = pagina 2
- Auteur = pagina 3
- Samenvatting = pagina 4 & 5
- Recensies = pagina 6
- Eigen mening = pagina 7
- Extra
opdracht = 7 & 8 en 9
Auteur
Margriet de Moor werd op 21 november 1941 geboren in
Noordwijk. Zij was het vierde kind in een gezin van 10 kinderen. Na de Mulo en
de Hbs wilde ze eigenlijk psychologie gaan studeren, maar het werd uiteindelijk
het conservatorium in Den Haag. Eerst studeerde ze piano, maar later stapte ze
over naar zang, waar ze nog best veel succes in had.
In de periode dat ze haar man Heppe leerde kennen stapte
ze over naar het schrijven. ‘Van de ene op de andere dag’ al zegt Margriet
zelf. Na een paar mislukte boeken kwam ze in 1988 met de verhalenbundel “op de
rug gezien”. Deze bundel werd zelfs genomineerd voor de Ako literatuurprijs in
1989 en bekroond met een gouden Ezelsoor voor best verkochte debuut. Ook haar
volgende boek vielen in de prijzen:
- voor de verhalenbundel Dubbelportret (1989)
kreeg ze de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs;
- voor de roman Eerst
grijs dan wit dan Blauw(1991) de AKO Literatuurprijs 1992.
Samenvatting
Er zijn twee verhaallijnen in het boek:
de lijn van de Watersnoodramp, waarin Lidy Brouwer terechtkomt en de lijn na de
Watersnoodramp waarin haar zus Armanda terechtkomt. Ik maak de samenvatting per
verhaallijn. Ik begin met de verhaallijn van Lidy Brouwer:
Armanda Brouwer is 21 jaar. ze is
peettante van een nichtje in Zierikzee dat ze éénmaal per jaar op haar
verjaardag bezoekt. Dat is dit jaar op zaterdag 31 januari 1953. Maar ze heeft
veel meer zin om naar een feestje van haar vriendin Betsy te gaan, dus vraagt
ze haar zus Lidy, die 23 jaar is, om voor haar in de plaats naar Zeelande te
gaan. De twee zussen lijken namelijk erg op elkaar, dus het zal niemand
opvallen. Lidy vind het goed. Alleen ze vind het wel zwaar om har man Sjoerd en
haar kind Nadja achter te laten.
Een paar dagen later gaat Lidy op weg. Op
een van de veerponten komt ze een ingenieur van Rijkswaterstaat tegen die zegt
dat het die avond wel eens zou kunnen gaan spoken. Lidy wordt niet angstig en
gaat richting de familie. Toch komen er wel berichten dat het wel eens heel
hard zou gaan kunnen stormen. S’nachts wordt ze wakker gemaakt en vraagt er
iemand of hij haar auto mag lenen om mensen te waarschuwen om de dijken te gaan
inspecteren. Lidy wil liever zelf meegaan. Het water komt steeds hoger te
staan. Dan breken ineens de dijken door en Zierikzee loopt onder water. Ze
probeert zich nog te redden en ze komt ook nog redelijk ver, maar na een dag
wanneer alles is weggespoeld geeft ook zij de moed op en verdrinkt
uiteindelijk.
Nu
het verhaal vanuit Armanda:
Armanda gaat dus naar het feest van
Betsy. Sjoerd, de man van Lidy, heeft Nadja bij iemand ondergebracht en is ook
meegegaan. Ze dansen met elkaar en voelen zich tot elkaar aangetrokken. Verder
gebeurt er niet zoveel meer die avond. De volgende dag kan Sjoerd geen
verbinding krijgen met lidy omdat de telefoonlijnen niet werken. Als er na
enkele dagen nog steeds geen antwoord is van lidy, besluit sjoerd zelf naar
Zeeland te gaan, maar hij kan haar daar niet vinden. Hij ziet wel veel lijken
en mensen die begraven woerden. De maanden die daarna volgen is er nog steeds
geen spoor van lidy en Sjoerd zoekt steeds meer steun bij Armanda. Armanda
voelt zich eigenlijk verplicht de plaat van haar zus in te nemen. Uiteindelijk
in 1955 trouwen ze met elkaar. Armanda voedt Nadja op als haar eigen kind.
Later krijgen ze nog twee kinderen samen.
In het verhaal worden grote tijdsprongen
gemaakt. Armanda en Sjoerd gaan uit elkaar, omdat Sjoerd vreemdgaat. In het
laatste hoofdstuk krijgt Armanda bericht van de politie dat er waarschijnlijk
overblijfselen zijn gevonden van Lidy. Armanda wordt verzocht om een foto van
Lidy in te leveren, omdat er niet met zekerheid gezegd kan worden dat het Lidy
wel is. Als het blijkt dat het Lidy wel is gaan nadja en Armanda naar de
begrafenis toe in Zierikzee.
In het slot wordt Armanda opgenomen in
een verpleegtehuis. Ze is er slecht aan toe. Ze heeft een gesprek met de
geestverschijning van Lidy. Samen hebben ze hele verhalen en Lidy vraagt
allerlei dingen aan Armanda. Over Sjoerd en over Nadja. Nadja was gestorven aan
een hartstilstand. Ook de moeder van Lidy en Armanda was overleden. Ondertussen
was Armanda alweer een oude dame geworden die aan het dementeren was. Ze wist
niet hoe lang ze nog te leven had. Ze vraagt zelfs aan Lidy of ze haar komt
halen en hoe de laatste momenten van lidy’s leven geweest waren. Lidy geeft aan
dat het niet erg is om te sterven. Dan is het moment daar. Armanda sterft…
Recencies
Ik heb gekozen voor twee lange recensies,
omdat hierin duidelijk de mening van de recensent wordt beschreven:
Recensies de
Verdronkene
Volkskrant 15 april, Arjen Peters, onder de titel “Vaste grond bestaat niet.”
Volkskrant 15 april, Arjen Peters, onder de titel “Vaste grond bestaat niet.”
“De Moor
vermenselijkt de ramp door middel van de bijna knusse scènes op de zolder van
de boerderij, waar een hoogzwangere vrouw zelfs nog het leven schenkt aan een
jongetje, terwijl rondom de nog lange tijd behouden woning wrakstukken en
lijken drijven. Het extreme loslaten van haar normale leven, dat Lidy overkomt,
past evenwel bij haar talent om voortvarend op ‘de grootse dingen’ af te
stevenen. Is het dan wel zo’n toeval dat uitgerekend zij dit moest meemaken?
Maar de grootste prestatie die Margriet de Moor hier levert, is gelegen in de compositie: ze wisselt de hoofdstukken over Lidy ’s in noodlot verkeerde lot af met het ‘gewone’ leven dat Armanda in het gespaarde Amsterdam leidt. Voor hetzelfde geld, begrijpen we, had Lidy haar rechtmatige plaats ingenomen…. Heel wrang laat De Moor de Zeeuwse en Amsterdamse hoofdstukken op elkaar botsen: terwijl Lidy aan het verdrinken is, ligt Armanda thuis genietend in bad. Ze weet niet wat Lidy’s man Sjoerd, als die in 1955 háár man is geworden, in zijn schild voert: terwijl hij naar de radio luisterde, ‘nam een impulsief hersenschimmetje de vorm van een volstrekt voor de hand liggend besluit aan’. Een typisch De Moor-moment. Uit een caprice kan een catastrofe groeien. En niemand die achteraf een schuldige kan aanwijzen. Ronduit meisjesachtig en tegelijk van een intense dramatische kracht is het vijfde bedrijf van deze tragedie, ‘Responsorium’ getiteld. Op het einde van haar leven zit Armanda in huize Tabithai, niet ver afgedreven van de plek waar ze is opgegroeid en heeft gewoond. Ze voert een dialoog met haar gestorven zus, die ze door haar leven over te nemen in zekere zin in leven heeft gehouden.
NRC 22 april 2005 Elsbeth Etty onder de titel
“Veel te vol van de ander”
“Virtuoos brengt De Moor haar contrasten aan. Na een hallucinair relaas over Lidy's uren durende gevecht tegen de verdrinkingsdood, volgt een bloedeloze uiteenzetting onder de woordspelige titel `De verdrongen’ met Armanda in de hoofdrol. Tijdens een begrafenis van de vermoedelijke resten van Lidy - na dertig jaar gevonden in het Zeeuwse slik - zegt ze: `Er heeft zich te veel van jou in mij opgehoopt, Lidy. Door jou heb ik nooit kunnen zijn wie ik was.’ In deze tegenstelling ligt ook een bekend thema van De Moor besloten: dat van de ontheemde die volkomen op zijn plaats is in een onbekende omgeving, terwijl de thuisblijver zich verbannen voelt uit zijn eigen bestaan.
Het is een vondst dit thema te plaatsen tegen de achtergrond van de adembenemend beschreven watersnoodramp van 1953, juist omdat de afschuwelijke beelden daarvan zoveel herkenning oproepen. Het door Armanda gearrangeerde uitstapje van Lidy naar Zierikzee - een weekendje weg om nooit weer terug te keren - is een briljant verslag van verregaande inleving. De Moor vertelt iets na wat niemand heeft kunnen navertellen en geeft daarmee de roman, ook al kennen we bij voorbaat de afloop, een spanning die ze bijna tot het einde weet vol te houden.”
“Virtuoos brengt De Moor haar contrasten aan. Na een hallucinair relaas over Lidy's uren durende gevecht tegen de verdrinkingsdood, volgt een bloedeloze uiteenzetting onder de woordspelige titel `De verdrongen’ met Armanda in de hoofdrol. Tijdens een begrafenis van de vermoedelijke resten van Lidy - na dertig jaar gevonden in het Zeeuwse slik - zegt ze: `Er heeft zich te veel van jou in mij opgehoopt, Lidy. Door jou heb ik nooit kunnen zijn wie ik was.’ In deze tegenstelling ligt ook een bekend thema van De Moor besloten: dat van de ontheemde die volkomen op zijn plaats is in een onbekende omgeving, terwijl de thuisblijver zich verbannen voelt uit zijn eigen bestaan.
Het is een vondst dit thema te plaatsen tegen de achtergrond van de adembenemend beschreven watersnoodramp van 1953, juist omdat de afschuwelijke beelden daarvan zoveel herkenning oproepen. Het door Armanda gearrangeerde uitstapje van Lidy naar Zierikzee - een weekendje weg om nooit weer terug te keren - is een briljant verslag van verregaande inleving. De Moor vertelt iets na wat niemand heeft kunnen navertellen en geeft daarmee de roman, ook al kennen we bij voorbaat de afloop, een spanning die ze bijna tot het einde weet vol te houden.”
Eigen
mening
Ik vond dit een leuk boek om te lezen.
Dat de twee verhaallijnen door elkaar liepen was soms onoverzichtelijk en
onduidelijk, maar het gaf ook weer iets extra’s aan het boek. Als je weer terug
was bij de verhaallijn van Armanda dan
moest je weer even nadenken over wat er daarvoor ook alweer in haar verhaallijn
gebeurt was. Dat hield het boek leuk om te lezen. Het boek begon redelijk saai,
maar op het moment van de watersnoodramp, veranderde de saaiheid in grote
spanning. Je wilde steeds weer doorlezen.
Het boek heeft een gesloten einde, want
het lichaam van Lidy werd gevonden. Dat had ik niet verwacht. Ook vond ik dit
niet zo realistisch, want hoe groot is de kans nou dat je iemands lichaam na
zo’n lange tijd nog vindt. Ik zou het boek zeker aanraden.
Extra
opdracht
Opdracht 1:
1.
–
2.
Empatisch vermogen betekende dat iemand zich begrijpend kan
verplaatsen in de situatie van een ander. Dit vermogen is een belangrijke
factor in de omgang met mensen. Als je, je moeilijk in kan leven in een ander,
heb je waarschijnlijk veel discussies. Empatisch vermogen is ook belangrijk in
een toneelstuk, wanneer je ,je moet inleven in je rol.
Opdracht 2:
Stelling:
1.
Ja dat klopt, want in de tekst staat dat mensen die romans en
poezie lezen zich beter kunnen inleven in anderen.
2.
Ja dat klopt, want gedichten vallen onder poezie.
3.
Ja dat klopt, want aan de gezichtsuitdrukking van iemand kan
je al veel afleiden.
4.
Nee dit klopt niet, want ze maakten twee groepen.
5.
Ja dat klopt, want deze mensen moeten zich veel meer inleven
in een persoon zijn/ haar karakter.
6.
Nee dat klopt niet, dat is juist bij populaire fictie het
geval.
7.
Gedeeltelijk, want ze wisten niet precies waardoor het kwam.
Ze zeiden of doordat het door de boek zelf kwam of doordat empatische mensen
meer literatuur lezen.
8.
Ja dat klopt, want het blijft onduidelijk of empatische
mensen zich beter kunnen inleven in personen dan anderen.
9.
Nee dat klopt niet. Stond niks over in de tekst.
10. Ja dat klopt,
want romans lezen daalt al jaren in vrijetijdsbesteding.
11.
Ja dat klopt, want dat is nog niet duidelijk.
12.
Nee dat klopt niet, want ze gaan kijken of ander kunstvormen
het empatisch vermogen kunnen vergroten.
13.
Ja dat klopt, want die scoren het hoogst.
Opdracht
3
Beste meneer Verhulst,
Ik heb een artikel gelezen over een
onderzoek dat gehouden is. Onderzoekers van The New School verdeelden hierbij
proefpersonen in twee groepen. Ze lieten de twee partijen allebei iets anders
lezen en keken daarna door middel van tests wie de hoogste score had bij de
gezichtsuitdrukkingen. Ik vindt dat empatisch vermogen heel belangrijk is in de
samenleving. Ik houd van literatuur, dus vind ik dat wij daar hier op school
ook veel meer aan kunnen doen. Nu lezen we maar af en toe een boek, maar
volgens mij is daar nog veel winst te behalen, zodat het empatisch vermogen van
de leerlingen omhoog gaat. Meer boeken lezen is denk ik een goede oplossing.
Ook met toneelstukken kan je je empatisch vermogen verbeteren. Het is een feit
dat je door veel oefenen, jezelf beter maakt. Daarom wil ik u vragen om het
lezen van minimaal 4 boeken per vak per maand te lezen verplicht te stellen.
Daarmee wordt het inlevingsvermogen op deze school naar mijn mening erg
verhoogd. Ik hoop dat u hierover na wil denken en mij een antwoordt kunt
sturen.
Met vriendelijke groet,
Devin van Olphen
Opdracht
4
Beste
meneer Verhulst,
Ikzelf
ben geen fan van literatuur. Ik lees af en toe wel een boek, maar mijn voorkeur
gaat uit naar andere dingen die een verhaal vertellen. Neem bijvoorbeeld een
toneelstuk. Daar moeten de acteurs zich helemaal inleven in een rol, want
anders is het niet geloofwaardig. Of een film. Een film boeit de mensen denk ik
meer dan een boek lezen. Er is bewegend beeld wat veel leuker is dan zo’n saaie
pagina. Daarom stel ik voor dat wij op school veel meer tijd besteden aan het
bezoeken van de film of naar een toneelstuk gaan. Eigenlijk heeft dit hetzelfde
effect als literatuur. In een boek bijvoorbeeld wordt er vaak een gebeurtenis
beschreven. Dan ga je je inleven in een bepaalde gebeurtenis. Wanneer je een
film ziet leef je je eigenlijk ook in in
de hoofdpersonen. Hoe zij zich voelen en wat ze denken bijvoorbeeld. Daarom
denk ik dat het heel belangrijk is dat wij op school meer keuzes krijgen om met
literatuur in contact te komen. En vaker een toneelstuk bezoeken of vaker naar
de film gaan lijkt mij daar heel geschikt voor. Ik hoop dat mijn boodschap
duidelijk is en u er wat mee gaat doen.
Met vriendelijke
groet,
Devin van
Olphen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten